Het Koningschieten




Eenmaal in de drie jaar is de laatste zondag van augustus voor het gilde Sint Dionysius een bijzondere zondag. ’s Morgens vroeg vanaf 6 uur worden de eerste gildebroeders door de tamboer vergezeld van twee gildebroeders aan huis bezocht. Met tromgeroffel wordt deze naar de voordeur geroepen waarna hij wordt uitgenodigd om klokslag 10 uur klaar te staan op de parkeerplaats aan de Noordhoekring om daarna met de andere gildeleden en de gildeleden van Sint Joris en Sint Sebastiaan in optocht naar de kerk op het Heike te gaan voor het bijwonen van de H. Mis en daarna voor het aanwezig zijn bij het koningschieten.


Om 10 uur gaan de drie gilden in optocht naar de kerk. Met slaande trom komen zij de kerk binnen, luisteren aandachtig naar de wijze woorden van de pastoor en verlaten na ruim een uur weer met slaande trom de kerk. Op het plein voor de kerk krijgt de pastoor nog een vendelgroet waarna de gilden in optocht weer terug gaan naar de parkplaats.


Met gezwinde spoed verplaatst men zich daarna naar het gildeterrein alwaar men wordt ontvangen met een brandenwijntje en een eenvoudige doch voedzame broodmaaltijd.


Na de maaltijd worden door loting de volgorde van schieten bepaald onder de deelnemende gildebroeders en bevestigen de hoofdlieden van de drie Tilburgse gilden de koningsvogel op de pin. Daarna stelt men zich op om driemaal om de schietboom te lopen en deze op die manier te vrijen, dat wil zeggen, te bevrijden van kwalijke geesten en ander denkbaar ongerief.


Voor de oude koning is nu zijn regeerperiode voorbij. Onder tromgeroffel en een luid applaus wordt hij ontdaan van zijn koningsmantel dat vervolgens als teken dat de koningstitel vacant is onder de schutsboom wordt geplaatst.


Voordat het eigenlijke koningschieten kan beginnen worden vertegenwoordigers van het wereldlijke en geestelijk gezag met drie schoten op de vogel in de gelegenheid gesteld de boom zogenaamd los te schieten. Het losschieten wil zeggen, de boom vrij maken voor de onderlinge eerlijke strijd om het felbegeerde koningschap. De personen die hiervoor in aanmerking komen zijn: de burgemeester of een plaatsvervanger, de pastoor of een plaatsvervanger en de hoofdman van het Dionysiusgilde.


De boom gevrijd en losgeschoten wordt hij nu het bezit van hen die graag koning willen worden. In de eerste ronden wordt de vogel ontdaan van zijn vleugels, zijn kroontje, zijn kop en begint de spanning te stijgen naarmate er steeds minder hout van zijn romp over blijft. In de laatste ronden worden rake schoten steeds vergezeld van tromgeroffel en vele oh's en ah's.


Terwijl iedereen met spanning tuurt naar het stuk hout dat nog is overgebleven van de vogel en de tamboer zachtjes roffelt op zijn trom verandert voor die gildebroeder die het laatste stuk naar beneden schiet plotseling onder enorm gejuich en applaus zijn leven in enkele seconden. Omhelzingen, zoenen, schouderklopjes en in vele gevallen tranen van geluk zijn deel en vanaf dat moment zal hij deze dag verder in een roes leven.


De eerste officiële plichtpleging is de installatie Deze bestaat uit het beantwoorden van enkele vragen waardoor deze hem wijst op enkele koningsplichten. Vervolgens wast de koning zijn handen en schenkt de gildeknecht een zilverstuk. Daarna volgt het moment waarop hem de koningsmantel wordt omgehangen. De installatie wordt afgesloten met een vendelgroet door de vendelier.


De eerste serieuze plechtigheid wordt afgesloten met het drinken van een glas wijn, de zogenaamde erewijn.


De volgende plechtigheid is het voorstellen van de nieuwe koning aan het wereldlijke en geestelijk gezag. In optocht vanaf een parkeerplaats in de stad gaat men allereerst naar de pastorie van het Heike. Na het voorstellen aan de pastoor en het uitbrengen van een toost met een glas 'erewijn gaat men in optocht naar het gemeentehuis. Daar wordt de nieuwe koning voorgesteld aan de burgemeester die op zijn beurt na een toespraak de gildebroeder en -zusters trakteert op een hapje en een glas 'erewijn.


D
oodmoe maar voldaan gaat het gilde tenslotte terug naar het gildehuis en kan de nieuwe koning nagenieten van zijn overwinning en alvast wennen aan zijn status.


Al snel moet de nieuwe koning een belangrijke beslissing nemen, namelijk het (laten) ontwerpen van een zilveren koningsschild. Om zijn koningschap te vereeuwigen schenkt de koning een zilveren schild. Gedurende zijn koningschap draagt hij dat onder het patroonschild daarna wordt het op de koningsmantel bevestigd. Het koningsschild draagt de naam van de koning, de periode van zijn koningschap en andere informatie over de koning zoals bijvoorbeeld zijn beroep e.d. Soms wordt een wapen voorzien van een spreuk of gedicht.


De koningsschilden zijn bij vele gilden het historisch erfgoed waarop men trots is. Vooral als men nog schilden heeft van honderden jaren terug. De oudste schilden die Sint Dionysius bezit zijn vanaf 1836. Waarom?


Goed om te weten


Het koningsschild 1765


Tijdens een vergadering in het huis van Hendrik Daamen in aanwezigheid van de hoofdmannen, koningen, oudermannen, alpherissen en dekens van de drie Tilburgse gilden werd een gezamenlijk reglement opgesteld. In artikel drie van dat reglement is het koningsschild geregeld. “Den koningh sal oock gehouden wese eenen zilveren schilt aen de brosie te hangen binnen het jaar, niet minder als twee onsen swaer” De nieuwe koning was dus verplicht binnen een jaar aan de gildeschat een koningsplaat toe te voegen. In die periode tot 1812 werd gewerkt met de gewichtseenheden uit het Troois systeem waarbij een once gelijk was aan 30.7605 gram. Een schild mocht dus niet minder wegen dan 60 gram.

Ook nu nog geldt dat een gildebroeder die zich tot koning schiet binnen een jaar het gilde een zilveren schild moet schenken( Zie koningen)

Verkoop koningsschilden 1817

Op 4 november werd besloten de zilveren koningsschilden van het gilde te verkopen aan de meest biedende. Met een bod van 312 gulden werd Johannes Wouters de nieuwe eigenaar van de schilden. Van de opbrengst werd in december 108 gulden toegevoegd aan het kapitaal van het gilde wat daardoor uitkwam op 408 gulden.
Beide zonen van Johannes Wouters, Anthonie Josephus (1792) en Cornelis Wouters (1783) waren ook lid van het gilde. Anthonie Wouters trouwde in 1825 met Petronella Lombarts, dochter van Antonie Lombarts en Barbara Agnes Pollet. Deze Barbara Agnes Pollet was de zuster van Guillaume Pollet, in de periode 1816-1830 de Hoofdman van het gilde. De jongere broer van Petronella, Peter Lombarts werd zilversmid en was van 1840 tot1885 werkzaam in zijn zilversmidse aan de Nieuwlandstraat.
Wegens het gemis van de schilden werd in datzelfde jaar nog besloten dat de koning voortaan een ster van minstens 5 gulden aan het gilde moest schenken. De eerste koning die dat deed was Theo Knegtel. Knegtel werd koning in 1816, op zijn koningsschild is de jaarletter H afgeslagen van 1817 het jaar waarin hij zijn schild liet maken.


Bekijk onderstaande video voor een sfeerimpressie van het Koning schieten. 

 





"ONVOLTOOID VERLEDEN TIJD"